Een obligatie is eigenlijk een soort lening. Je leent je geld uit aan een bedrijf of aan de overheid. In ruil daarvoor krijg je rente: dat is een soort bedankje voor het uitlenen van je geld. Aan het einde van de afgesproken tijd krijg je je geleende bedrag weer terug.
Minder spannend dan aandelen
Bedrijven en overheden geven obligaties uit als ze geld nodig hebben, bijvoorbeeld om een groot project te betalen. Omdat je vooraf weet hoeveel rente je krijgt, vinden veel mensen obligaties iets minder spannend dan aandelen. Maar let op: er zit altijd een klein risico aan. Als het bedrijf of de overheid niet kan terugbetalen, kun je (een deel van) je geld kwijt zijn.
Hoe werkt dat in de praktijk?
Stel je leent 100 euro uit aan de overheid voor 5 jaar. Je krijgt 2 procent rente per jaar. Dat betekent dat je ieder jaar 2 euro ontvangt. Na 5 jaar heb je dus 10 euro rente gekregen én krijg je je 100 euro terug. In totaal heb je dan 110 euro.
Spreiden helpt
Veel beleggers kiezen ervoor om hun geld te verdelen. Een deel in aandelen, een deel in obligaties. Dat heet spreiden. Zo heb je meer kans dat je niet al je geld kwijtraakt als de beurs tegenzit.
Wist je dat…
- overheden soms miljarden euro’s tegelijk ophalen door obligaties te verkopen?
- sommige obligaties wel dertig jaar lopen voordat je je geld terugkrijgt?
- de oudste obligatie ter wereld uit Nederland komt, uit 1624, en nog steeds rente uitkeert aan een universiteit?

