Het Latijnse woord salarium betekent salaris of ‘zoutrantsoen’. Dit komt omdat ze zout vroeger gebruikten als betaal- en ruilmiddel. De Romeinen betaalden bijvoorbeeld de soldaten en ambtenaren met zout. Zout werd toen het ‘witte goud’ genoemd omdat je met zout het eten langer kon bewaren. En dat was heel belangrijk omdat er toen namelijk nog geen koelkasten bestonden.
Omdat zout zo waardevol was, betaalden mensen belasting over het zout. Zo verdienden de regeringen ook geld aan dit kostbare goedje. In Nederland verdween de zoutbelasting pas in 1951. Door de uitvinding van de koelkast werd zout toen minder belangrijk.
Wist je datjes over zout:
Wist je dat er zoveel zout in de Nederlandse bodem zit dat we genoeg zoutvoorraad hebben voor de komende 200 jaar voor de hele wereld? Doordat er zoveel zout is, wordt de prijs van zout ook lager. 1 kilo zout kost nu ongeveer € 0,50.
Zonder zout ga je dood. Maar van teveel zout ga je ook dood. Je cellen hebben zout nodig, maar als je teveel zout eet dan droog je uit. Gelukkig droog je wel pas uit als je extreem veel zout hebt gegeten.
Het grootste gedeelte van de zoutvoorraad (70%) wordt gebruikt in de fabrieken. Voor het maken van plastic, papier, rubber, zeep en kleurstof. Maar 7% gebruiken we voor het bereiden van eten.
Filmpje
In dit filmpje van Altijd Wat Wijzer wordt het verhaal duidelijk uitgelegd:
Bron: https://historiek.net/salaris-het-witte-goud/59574/
Tegenwoordig word je in digitaal geld uitbetaald. Weet jij vanaf welke leeftijd je een bijbaantje mag?
