Voordat de glimmende euro in onze portemonnees verscheen, was Europa een mozaïek van kleurrijke munten en biljetten. Elk land had zijn eigen valuta, met zijn eigen geschiedenis, afbeeldingen en verhalen. Lees hier de leuke weetjes over de Europese valuta:
De flitsende Franse franc
In Frankrijk betaalde je met de ‘franc’. Deze munt had een lange geschiedenis, die begon in de middeleeuwen. Op de biljetten stonden vaak beroemde Franse figuren zoals kunstenaars en wetenschappers.
De Duitse D-Mark in de spotlight
Duitsland gebruikte de ‘Deutsche Mark’, vaak afgekort tot ‘D-Mark’. Deze munt werd na de Tweede Wereldoorlog geïntroduceerd en was een symbool van het economische wonder van Duitsland in de jaren ’50 en ’60.
De levendige Italiaanse lire
Italië had de ‘lira’ die zo’n beetje synoniem stond voor pizza, pasta en de toren van Pisa. Wanneer je een ijsje kocht in Rome, betaalde je met deze munt.
Het Spaanse geldfeest: de peseta
In Spanje rinkelde de ‘peseta’ in de zakken. Deze munt was er al sinds de 19e eeuw en de Spanjaarden hebben er veel herinneringen aan, vooral aan zonnige vakantiedagen aan de kust.
De trotse Portugese escudo
Portugal betaalde met de ‘escudo’. Deze munt, vernoemd naar een schild, was een trots symbool van de Portugese geschiedenis en cultuur.
Het Griekse geldverhaal: de drachme
Griekenland, het land van mythen en legendes, had de ‘drachme’. Dit woord komt van het Griekse ‘drássomai’, wat ‘pakken’ of ‘vasthouden’ betekent.
En dan hadden we nog de Nederlandse ‘gulden’, de Belgische ‘frank’, de Oostenrijkse ‘schilling’, de Finse ‘markka’ en nog vele anderen. Elk met hun unieke verhalen en geschiedenis.
Lees ook: waar zijn de guldens nu? of bekijk het filmpje ‘De reis van de euro’