Skip to main content

Het verschil tussen sparen en beleggen

Sparen en beleggen zijn allebei manieren om met je geld om te gaan, maar ze werken heel anders.

Als je spaart, zet je je geld veilig op een spaarrekening bij de bank en krijg je daar rente over. Stel dat je €100 spaart en de rente is 2%, dan heb je na een jaar €102. Je geld wordt dus langzaam een beetje meer.

Bij beleggen gebruik je je geld om dingen te kopen die in waarde kunnen stijgen, zoals aandelen of obligaties. Dat kan meer opleveren dan sparen, maar er is ook een kans dat je (een deel van) je geld verliest.

Risico en opbrengst

Bij sparen loop je bijna geen risico: je weet zeker dat je je geld terugkrijgt, plus een beetje rente.

Bij beleggen is het spannender. De waarde van je beleggingen kan stijgen, maar ook dalen. Stel je koopt een aandeel van €10. Een jaar later kan dat aandeel €12 waard zijn (dan heb je winst), maar het kan ook €8 waard zijn (dan heb je verlies).

Wat past bij jou?

Veel mensen kiezen ervoor om zowel te sparen als te beleggen. Ze houden een deel van hun geld veilig op een spaarrekening, bijvoorbeeld voor onverwachte kosten, en beleggen een ander deel om te proberen meer winst te maken. Zo houd je overzicht en spreid je je risico.

Wist je dat…

  • je in Nederland vaak vanaf je 18e zelfstandig mag beleggen, maar jonger kan met toestemming van je ouders?
  • de rente op spaarrekeningen vroeger soms wel meer dan 10% was?
  • veel mensen beleggen voor iets groots op de lange termijn, zoals hun pensioen?
Ook interessant voor jou:
Eurowijsneuzen

Eurowijsneuzen over prinsjesdag

Eurowijsheidjes Meester Sander telt geld|Meester Sander telt munten

Tel je mee met meester Sander?

cheque

Recordopbrengst voor een bankbiljet