De euro is niet alleen een munt; het is een symbool van Europese eenheid en samenwerking. Voor veel mensen buiten Europa is het misschien verwarrend om te weten dat niet alle Europese landen, of zelfs alle EU-lidstaten, de euro als munteenheid hebben aangenomen.
1 januari 2002
Van de 51 Europese landen zijn er 28 die lid zijn van de Europese Unie. Van deze 28 EU-lidstaten hebben 20 de euro als hun officiële munt. Maar hoe is dit tot stand gekomen? Laten we eens kijken naar de geschiedenis en de redenen waarom sommige landen ervoor hebben gekozen om de euro te gebruiken en andere niet.
Het begon met 12 landen
In 2002 werden er twaalf landen lid van de eurozone en begonnen ze de euro als hun officiële munteenheid te gebruiken. Dit waren: België, Duitsland, Ierland, Spanje, Frankrijk, Italië, Luxemburg, Nederland, Oostenrijk, Portugal, Finland en Griekenland.
Nieuwe landen
Na 2002 traden de volgende landen in de vermelde jaren toe tot de eurozone:
- 2007: Slovenië
- 2008: Cyprus en Malta
- 2009: Slowakije
- 2011: Estland
- 2014: Letland
- 2015: Litouwen
- 2023: Kroatië
- 2025: planning Bulgarije
Niet alle landen kiezen voor de euro
Sommige EU-landen, zoals Zweden, Polen en Hongarije, hebben ervoor gekozen hun eigen munt te behouden om verschillende redenen, waaronder het behoud van hun economisch beleid en nationale identiteit (betalen ze in Zwitserland met de euro). Het Verenigd Koninkrijk, dat tot 2020 een EU-lidstaat was, had ook besloten de pond sterling te behouden vanwege zijn historische en economische betekenis.
