In 1769 kreeg de drukkerij Koninklijke Joh. Enschedé uit Haarlen de bijzondere opdracht om obligaties te drukken voor de gemeente Haarlem. Dit was geen kleine prestatie. In een tijd waarin vervalsing een groot probleem was, werd het bedrijf vertrouwd met de verantwoordelijkheid om officiële financiële documenten te produceren.
Echter, de echte doorbraak kwam in 1810. Toen begon Koninklijke Joh. Enschedé met het drukken van de eerste Nederlandse bankbiljetten voor de koloniën in Nederlands Oost- en West-Indië. Deze bankbiljetten waren niet zomaar papieren briefjes. Ze werden al snel bekend om hun geavanceerde beveiligingsfuncties, die vervalsing moeilijk maakten. Daarnaast onderscheidden ze zich door hun moderne ontwerp en levendige kleuren.
Deze bankbiljetten waren niet alleen functioneel, maar ook artistieke meesterwerken. Ze vertegenwoordigden het vakmanschap en de innovatie waar Nederland in die tijd bekend om stond.
Door de jaren heen zijn de productietechnieken van bankbiljetten continu verbeterd en de beveiligingsmaatregelen strenger geworden. Maar de erfenis van die vroege biljetten uit Haarlem blijft levend. Ze zijn een herinnering aan een tijd waarin Nederland aan het begin stond van financiële innovatie en ontwerp. En ook nu nog, in een tijdperk van digitale betalingen, is het nog steeds leuk om oude biljetten te bekijken.